# 55 # 56 # 57 # 58 # 59 # 60 # 61 # 62 # 63 # 64 # 65 # 66 # 67 # 68 # 69 # 70 # 2021|1 # 2021|2 # 2021|3 # 2021|4 # 2022|1 # 2022|2 # 2022|3 # 2022|4 # 2023|1 # 2023|2 # 2023|3 # 2023|4 # 2024|1 # 2024|2 # 2024|3 # 2024|4 # 2025|1 # 2025|2

April - Mei - Juni 2025

Editoriaal: Graphia’s laatste werkjaar

Karl Vissers

Wellicht zal dit bericht een verrassing zijn voor de lezers die niet aanwezig waren op het congres dat Graphia van 14 tot 16 maart in Sint-Niklaas heeft georganiseerd: Na lang beraad heeft de Algemene Vergadering de moeilijke beslissing genomen om aan het einde van 2025 de werking van onze vereniging stop te zetten.

Vissers heeft er reeds vaker op gewezen: ex-librisliefhebbers vormen naast een kleine ook een sterk vergrijzende bevolkingsgroep. Berichten over het heengaan van gerenommeerde verzamelaars zijn legio: in Duitsland werd er bij de ledenvergadering van de DEG in 2024 een minuut stilte gehouden voor maar liefst zestien ontslapen leden.

Daar zijn een aantal redenen voor. Zo is er de gestage achteruitgang van ons ledenaantal, waardoor onze financiële draagkracht te zeer onder druk zal komen te staan. Jaren geleden is er besloten om vanaf het moment dat het aantal leden minder dan 200 zou bedragen - we komen van 800 - het om een aantal voor de hand liggende financiële, organisatorische en logistieke redenen onverantwoordelijk zou zijn om verder te gaan. Wel, dat moment is aangebroken: tegen het einde van januari van dit jaar hadden slechts 143 leden hun abonnement vernieuwd. En vermits we niet willen inboeten op de kwaliteit van ons tijdschrift noch de bijdragen van onze abonnees tot onredelijke proporties willen verhogen, was de beslissing logisch. Daarnaast speelt de hoge leeftijd van de meerderheid van de bestuursleden in het besluit een belangrijke rol, en bleek nieuw actief bloed zich niet aan te dienen. En ten slotte is het gracieuzer om in schoonheid te eindigen dan om een trage dood te ondergaan.

Hoe jammer we het ook vinden, de feiten zijn wat ze zijn. We zijn in elk geval onze lezers erg dankbaar voor hun jarenlange trouw en doen er alles aan om van de laatste Graphia-nummers bijzondere uitgaven te maken. Verder onderzoeken we graag mee de mogelijkheden om in de toekomst, op welke schaal dan ook, voor onze verknochte verzamelaars losstaande ex-librisbijeenkomsten te ondersteunen. En wie weet leidt dat tot iets nieuws en iets anders.

De spiegel in het ex libris (aflevering 3)

Karl Vissers

In de eerste aflevering van deze thematische reeks werden spiegelex-librissen geselecteerd die de naam van de titularis illustreren, die verwijzen naar een cultureel werk, en die de spiegel letterlijk weerspiegelen of (een ruimer aspect van) de ruimte tonen. In het vervolg op die eerste aflevering nodigden spiegelex-librissen uit tot bezinning of zelfonderzoek, wezen ze terecht of herinnerden aan wijkende schoonheid, verregaande ijdelheid of de naderende dood. In dit derde en laatste deel passeren spiegelboekmerken de revue waarin de spiegeling nog maar weinig overeenstemt met het oorspronkelijke beeld, of een totaal andere wereld toont die soms een dystopisch karakter heeft. Ten slotte is er de grote categorie waarin de spiegel vooral een erotische functie heeft.

Spiegels kunnen een contrast aangeven tussen het werkelijke beeld en de spiegeling ervan, en plaatsen bijvoorbeeld het fysieke tegenover het innerlijke. Onze landgenoot Hedwig Pauwels gaat een stap verder in zijn ex libris voor Maria Tratsaert, door het spiegelbeeld niet alleen fysiek te wijzigen, maar het ook een andere geestelijke toestand mee te geven. Het bijgevoegde citaat ‘Ah, je ris de me voir si belle en ce miroir’ krijgt daardoor een ironische ondertoon. Ook in de mezzotint van Rita Vandevorst voor Karl Vissers toont het spiegelbeeld een andere mentale gesteldheid: de aantrekkelijke vrouw is duidelijk ouder en een stuk triester geworden .

De spiegel kan in bepaalde ex librissen een poort zijn naar of een blik werpen op een andere wereld. In het ontwerp dat David Bekker voor Ulrike Burgmer maakte, is er wat vreemds aan dehand: de spiegel biedt ons niet alleen een ruime blik op de omgeving waarin de plaatjes kijkende naakte vrouw zich bevindt, maar toont ook haar voor het blote oog onzichtbare minnaar, die niet veel goeds belooft .

Horst Antes en zijn Kopffüßler

Martin R. Baeyens

De invloedrijke Duitse kunstenaar Horst Antes had een opmerkelijke artistieke loopbaan. Hij behoorde tot de baanbrekende figuren die in de tweede helft van de twintigste eeuw nieuwe mogelijkheden zochten voor figuratieve kunst. Willem de Kooning was een van zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Vandaag wordt Antes beschouwd als een van de grondleggers van de nieuwe golf van figuratieve schilderkunst in Duitsland. Het is ronduit opmerkelijk dat deze grootheid zich ook op het ex libris heeft gericht.

Horst Antes (Heppenheim, °1936) is schilder, graficus en beeldhouwer. Van 1957 tot 1959 studeerde hij bij de gerenommeerde HAP (Helmut Andreas Paul) Grieshaber schilderkunst aan de Staatliche Akademie der Bildenden Künste in Karlsruhe. Vanaf 1967 werkte hij er als hoogleraar schilderkunst.

Het blad voor de Duitse kunsthistoricus Lothar Lang mag dan niet de vermelding ‘ex libris’ bevatten, het beeld van een opengeslagen boek maakt het de beschouwer toch duidelijk dat het hier om een boekmerk gaat.

Martina Rötlingova: een Slovaakse kunstenares die in België vertoeft

Karl Vissers

Martina werd in Slovakije geboren in 1987, maar woont en werkt in Antwerpen. Ze studeerde aan de Kunstacademie van Banská Bystrica, om precies te zijn in afdeling eigentijdse schilderijen. Haar hoofdactiviteit bestaat dan ook uit schilderen; haar figuratieve werken analyseren en evalueren doorgaans de ervaringen die vrouwen hebben in relatie met digitale media. Ze is echter ook actief in andere kunstgenres, zoals tekeningen, grafiek, installaties, en onlangs heeft ze een spel kaarten ontworpen . Haar werk wordt regelmatig tentoongesteld, zowel in haar geboorteland als elders (Tsjechië, Frankrijk, België, Italië, Bulgarije en Colombia).

In 2021 werd ze door Epreuve d’Artiste in Antwerpen uitgenodigd voor een zogenaamde artist in residence, en daar ging ze verder met haar grafiekexperimenten. Ze maakte zich de drogenaald meester, een techniek die al vlug haar favoriet zou worden. De laatste tijd concentreert ze zich hoofdzakelijk op tekenen , en daardoor werd de drogenaald een heel natuurlijk alternatief voor haar.

Tijdens haar eerste ervaringen met grafiek, waarin ze zich vooral met de linosnede bezighield, werd ze geïnspireerd door florale motieven. In haar laatste ontwerpen concentreert ze zich op close-ups van het vrouwelijke lichaam, dat ze probeert te analyseren, niet vanuit een seksueel, maar wel vanuit een psychologisch standpunt.

Voordat ze uitgenodigd werd om aan dit artikel mee te werken, had Martina zich alleen terloops met het ex libris beziggehouden. Sindsdien is het ontwerpen van ex librissen voor haar een uitdaging geworden, en ze is van plan om zich er in de toekomst in te verdiepen.

Een beschouwing bij het pseudo- en het fictieve ex libris

Theo Maes

Pro memorie: een ex libris (of boekmerk) is een eigendomskenmerk dat (vooral vroeger) in boeken werd gekleefd, maar nu meer een verzamelobject is. Het is een afbeelding die de persoonlijkheid, het beroep of de interesse van de eigenaar of opdrachtgever weergeeft. De naam van de titularis wordt op het ex libris vermeld en het ontwerp wordt meestal door een grafische kunstenaar gemaakt. Dit betekent dat de eigenaar en de kunstenaar op zeker moment met elkaar in contact komen (via ontmoeting, briefwisseling of sociale media) om in overleg het ontwerp te bespreken. Indien wordt afgeweken van het voorgaande principe, ontstaat er een pseudo-ex-libris of een fictief ex libris.

Het pseudo-ex-libris, stelling 1

Dit vermeldt de naam van een persoon die echt bestaat of geleefd heeft (meestal algemeen bekend, zoals een auteur, politicus, filmster), maar die zelf nooit de ex-librisopdracht heeft gegeven, omdat hij de kunstenaar niet kende, hij overleden is vooraleer het ex libris is gecreëerd, of gewoon omdat hij niet geïnteresseerd was.

Het pseudo-ex-libris, stelling 2

Bij het ex libris van de Tsjech Pavel Hlavaty voor de gerenommeerde Belgische schrijver, dichter en dramaturg Hugo Claus zou men dezelfde bemerking kunnen maken als bij bladen van stelling 1 Er is echter één groot verschil: ook al is het ex libris niet besteld door de naamdragee en kende de kunstenaar hem niet, dat betekent in dit geval niet dat het geen correct ex libris zou zijn.

Het pseudo-ex-libris, stelling 3

Dergelijke ex librissen bevatten altijd de vermelding ‘ex libris’ of ‘boekmerk’ en de naam van de opdrachtgever, naast de naam van of de verwijzing naar de persoon die men wil eren. Ze zijn dus correct. Hierbij kan ook verwezen worden naar de Belgische graficus Hedwig Pauwels die op vraag van verzamelaars ontelbare ex librissen heeft gemaakt met portretten. Daarin wordt telkens ook de naam van de opdrachtgever vermeld, zoals in het ex libris voor Tilly Briers .

Het fictieve ex libris, stelling 1

Bij een fictief ex libris heeft de kunstenaar (of de opdrachtgever) de grenzen van het ex libris wat opgerokken: het ex libris is immers gemaakt voor een personage uit een boek, een vertelling, een sprookje, een film. Al kan het om een mooi grafisch kunstwerk gaan, het is dus geen werkelijk eigendomskenmerk, want het is niet gemaakt voor een echte persoon. Vandaar dat de term ‘fictief’ wordt gehanteerd.

Het fictieve ex libris, stelling 2

Een tweede soort fictieve ex librissen betreft de bladen gemaakt voor echte (meestal bekende) personen na hun overlijden. Er wordt hier bewust een onderscheid gemaakt met stelling één of twee bij het pseudo-ex-libris, omdat er een duidelijk verschil is tussen de creatiedatum van het werk en de periode waarin de betrokken persoon leefde. Die persoon en de maker/opdrachtgever kunnen nooit met elkaar in contact geweest zijn, noch kan een bewonderaar het ex libris als geschenk hebben overhandigd!

Internationale ruilbijeenkomst in het (voormalig) Mercatormuseum van Sint-Niklaas naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van het IEC

Karl Vissers

De oprichting van het Internationaal Exlibriscentrum van Sint-Niklaas op 15 maart 1975 was zowel belangrijk voor de ontwikkeling van de op dat tijdstip zeventienjarige vereniging Graphia als voor de promotie van het Belgische en het internationale ex libris. Die oprichting, waarin Gerard Gaudaen een cruciale rol heeft gespeeld, maakte van Sint-Niklaas de Belgische ex-librisstad bij uitstek.

Door omstandigheden voelde het Sint-Niklase stadsbestuur zich in 2019 verplicht om het museum te sluiten, ook al bleef de collectie bewaard. Niettemin wilde Graphia in het weekend van 14 tot 16 maart de oprichting van het museum herdenken via een ex-libriscongres met een academische zitting en twee ruildagen.

Uit de diplomatieke koffer van verzamelaar Benoit Junod

Jack Van Peer

De Zwitser Benoit Junod behoort ongetwijfeld tot de meest controversiële figuren in het ex-libriswereldje. Voor vele verzamelaars klinkt zijn naam als een klok, ook al zal er wel een grote groep zijn die hem nog nooit heeft ontmoet, omdat hij de laatste jaren door omstandigheden ex-librisbijeenkomsten vaak links liet liggen. Junod heeft een drukke carrière in de diplomatie achter de rug, maar dat betekent niet dat zijn post-diplomatenleven er rustiger op is geworden. Zijn agenda blijft overvol en het vergt geduld en heksentoeren om hem te bereiken!

Benoit Junod wordt in oktober dit jaar 80. Hij werd in Genève geboren, waar hij ook universitaire studies deed. Zijn vader Marcel (1904-1961) was als Zwitserse arts een zeer betrokken veldwerker van het Internationale Rode Kruis Comité (ICRC): hij was aanwezig op fronten in Ethiopië, in de Spaanse Burgeroorlog en in Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na 1945 werd hij UNICEF-vertegenwoordiger in China om uiteindelijk in 1959 tot aan zijn dood in Geneve vicepresident te worden van het ICRC. Zoon Benoit is dus met zijn diplomatieke loopbaan in het spoor blijven lopen van zijn vader, die hij op nog jonge leeftijd verloor en voor wie hij altijd veel respect heeft opgebracht.

Hij bouwde een ongezien netwerk uit, waardoor hij een haast constant jurylid werd bij gerenommeerde internationale grafiek- en ex-libriswedstrijden, zoals de Triënnale van Jekaterinaburg . Zodoende kwam Junod frequent in contact met jonge grafici die hij graag promootte en stimuleerde. Niettegenstaande hij duidelijk een pro-Oekraïens standpunt inneemt in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, bleef hij grafici uit beide regio’s via opdrachten steunen; hij ervaart het als bijzonder onrechtvaardig dat via de opgelegde sancties in het conflict ook kunstenaars het slachtoffer zijn geworden van imperialistische geesten .

Bij verzamelaars heeft Benoit Junod vooral de reputatie van een verwoed eroticaliefhebber die graag grenzen aftast . Op zijn Facebook-pagina noemt hij zichzelf ‘a pensioner who collects (beautiful) little naughty pictures’ en ‘a collector of wildly erotic ex libris’.

De surreële wereld van Zdenek Janda

Jack van Peer

VHet voorbije jaar doken via onze ex-libriskanalen enkele bevreemdende beelden op die ons niet loslieten: intrigerende dromerige ex-librisontwerpen van de voor ons tot dusver onbekende Tsjechische kunstenaar Zdenek Janda. Gezien het – toen nog - beperkte aanbod, moest het gaan om een startende kunstenaar, te meer daar de ex librissen vooral uit de collecties van exquise verzamelaars bleken te komen. Wat intrigeert, moet worden onderzocht, en zo geschiedde ook via onze Tsjechische connecties.

De eerste informatie was al bijzonder verrassend: de vermoede jeugdige Zdenek Janda bleek een zeventiger te zijn (geboren in 1953 in het Tsjechische Louny, een twaalfde-eeuwse stad op zestig kilometer ten noordoosten van Praag). Zdenek is bijzonder gehecht aan zijn privacy en schermt zijn gezinsleven af, waardoor heel weinig bekend is over zijn jeugdjaren en opleiding. Zelfs in Janda, de indrukwekkend fraaie, beeldrijke en 350 bladzijden tellende luxe-uitgave over zijn werk, in 2022 gepubliceerd door SVU Mánes, worden haast geen menselijke of persoonlijke aspecten vermeld. Ook recente correspondentie met Zdenek bevestigt het beeld van een bescheiden filosoof die leeft voor de kunst, en liefst communiceert via zijn artistieke werk.

Hoe langer je naar Janda’s werk kijkt, hoe meer je verzeild lijkt te zijn in een driedimensionale wereld van fantasie, allegorie en speelsheid, waarin je verdwaalt zoals een kind in zijn eerste prentenboek. Janda’s precisie, technische vaardigheid en kunsthistorische bagage geven zijn werk iets tijdloos, zelfs wanneer hedendaagse topics verschijnen. Dat laatste komt bijvoorbeeld tot uiting in het schilderij Visionairies and Arsonists uit 2018, dat in het bezit is van de Franse president Emmanuel Macron . Je kijkt naar een motief en glijdt weg in submotieven, objecten en non-objecten waaraan je zelf zingeving moet verlenen.

Janda werd in 2014 naar de ex-libriswereld gelokt door zijn landgenoot Karel Scherzer, die een bewonderaar is van zijn surrealistische werk. Karel bleef aandringen om voor hem een ex libris te ontwerpen tot Janda eindelijk toegaf . Vanaf 2020 is Janda’s ex-librisproductie, uitgevoerd in alugrafie, in een stroomversnelling gekomen, vooral dankzij een groep verzamelaars die bereid is een behoorlijk bedrag op tafel te leggen voor het uitzonderlijke werk van deze befaamde kunstenaar. Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen de boekmerken: ze hebben bijvoorbeeld allemaal iets theatraals, en net dat theatrale staat voor Janda symbool voor de menselijke ingreep in de wereld.

Recente ex librissen

In iedere uitgave worden een 10-tal recente ex librissen gepubliceerd die op diverse ruilmomenten werden ontdekt.

Ik zou wel eens willen weten

Een ex libris van een onbekende kunstenaar voor Lubos Vanek

Lubos Vanek

Tijdens het FISAE-congres in Mallorca dook een wat bizar ex libris in drogenaald (C4) op dat vorig jaar gemaakt was voor de bekende Tsjechische verzamelaar Lubos Vanek (LV). Het blad van een zekere Vasek L. F. toont een erg verbaasd-verrast-geschrokken gelaat van een persoon die een hoed draagt die in een punt uitloopt. Waar gaat dit in godsnaam over? We vroegen het aan Lubos zelf, die afgelopen maart aanwezig was op het Graphia-congres .

Vanek maakte dit ex libris zelf voor zijn zeventigste verjaardag, en ging bij de compositie uit van het getal 70, dat herkenbaar is in de wenkbrauwen en verder naar beneden in de sfeer aan de rechterkant. Van daaruit liet hij zijn fantasie de vrije loop... Hij noemde het ontwerp Terrified in the seventies. De Tsjechische titel is preciezer, maar moeilijk weer te geven in het Engels. Het is iets als Terrified she-seventy, dus de zeventigjarige is een vrouw die schrikt van haar leeftijd…”

Jaarlijks abonnement, 4 nummers van Graphia

België: € 50

op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius op naam van:

Graphia vzw.
Bruin de Beerlaan 23
9111 Belsele
België

andere landen: € 60

bij voorkeur in EURO op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius
op naam van:

Graphia vzw.
Bruin de Beerlaan 23
9111 Belsele
België

De volledige artikels kan je lezen in Graphia, tijdschrift voor ex-libriskunst, nummer 2025|2.

Dit prestigieuze tijdschrift in kleurendruk en in A4- formaat is één van de belangrijkste documentatiebronnen over ex-libriskunst in de Nederlandse taal.

Het verschijnt vier keer per jaar. Elke aflevering telt minstens 48 bladzijden en ruim 90 kwaliteitsgetrouwe afbeeldingen.

In de teksten wordt werk van ex-libriskunstenaars voorgesteld, worden trends en activiteiten in de ex-libriswereld besproken en boekmerken inhoudelijk geanalyseerd.

Het blad wil vooruitkijken, maar vergeet niet terug te blikken op historische ontwikkelingen en oude bronnen. Boekmerk wordt eveneens in het buitenland verspreid met samenvattingen in het Duits, Engels, Frans en Italiaans.