# 55 # 56 # 57 # 58 # 59 # 60 # 61 # 62 # 63 # 64 # 65 # 66 # 67 # 68 # 69 # 70 # 2021|1 # 2021|2 # 2021|3 # 2021|4 # 2022|1 # 2022|2 # 2022|3 # 2022|4 # 2023|1 # 2023|2 # 2023|3 # 2023|4 # 2024|1 # 2024|2
IPSE FECIT (hij heeft het zelf gemaakt)
Kunstenaars maken een Ex Libris voor zichzelf
Aflevering 5
Karl Vissers
In het voorlaatste deel van deze reeks worden ex librissen voorgesteld waarin kunstenaars een inkijk geven in hun leven of waarin ze een zekere levensbeschouwing verkondigen.
In het eerste geval hebben ze het bijvoorbeeld over hun hobby’s, bezigheden en persoonlijkheidskenmerken, in het tweede geval getuigen ze van hun kijk op de maatschappij of op het leven in het algemeen. Niet zelden gebeurt dit laatste via citaten of spreuken.
Een markant ex libris
Een markant ex libris voor Gilbert Verschooten
Jack van Peer
In voorgaande publicaties gingen de auteurs er voornamelijk vanuit dat het door hen opgediepte boekmerk een onverwachte of merkwaardige achtergrondgeschiedenis in zich droeg.
Het ex libris dat bij deze gelegenheid aan de hoofdredactie werd voorgelegd, intrigeert vooral vanwege de onverwachte vaststelling dat de gerenommeerde graficus Hugo Besard zich niet meer bewust was van het bestaan van een jeugdexperiment.
Ruim tien jaar geleden publiceerden we in ons tijdschrift een interview met meestergraficus Hugo Besard (Boekmerk 27, p. 11-15). Daaruit bleek dat tot vandaag er slechts twee boekmerken van zijn hand bestonden.
Onlangs heeft Hugo Besard (°1955) zijn atelier in Brasschaat verlaten om in het noorden van Portugal het grafisch centrum International Graphic Art House Terra Sagrada te starten. Bij de verhuis doken niet alleen twee vergeten, maar ook verrassende prenten op.
Decadentisme in het Ex Libris
Deel 1
Jack van Peer
In het voorjaar van 2016 liep in het majestueuze Kasteel van Gaasbeek de spraakmakende tentoonstelling Divine Decadence. Dank zij het succes van Plantijns drukkersatelier ontstond in de zestiende eeuw een nieuwe beeldtaal.
Hiëronymus Bosch en Pieter I Bruegel waren daar ongetwijfeld de belangrijkste exponenten van. De fel uitvergrote ‘zeven hoofdzonden’, waarmee ze hun maatschappij bekritiseerden en die ze via hun grafische prenten een wijde verspreiding gaven, werden en bleven hun handelsmerk.
Hun ‘drollerieën’ riepen meteen weer de gevoelens op van de expo in het Kasteel van Gaasbeek en herinnerden de redactie aan menige ex librissen die dezelfde thematiek in beeld brengen.
In enkele afleveringen wordt het maatschappelijke fenomeen van menselijke gedragingen in beeld gebracht. Voornamelijk de menselijke gebreken en onhebbelijkheden worden gehekeld, maar ook de artistieke verheerlijking ervan.
In ieder mens en in elke cultuur schuilen abjecte werelden, fundamentele angsten en verborgen fantasieën die ofwel worden gerationaliseerd ofwel vergeten.
Verrassende varianten
Martin R. Baeyens
In Boekmerk 47 en 48 (jaargang 2015) besprak Martin Baeyens een aantal varianten van ex librissen uit de jugendstilperiode. Aan die artikels breit hij een vervolg door varianten van twee boekmerken van Otakar Štáfl onder de loep te nemen.
Rita PARISI
Grafiek uit Satvelot
Karl Vissers
In de laatste IEC-competitie kwam er in het laureatenlijstje één Belgische naam voor, die van de Waalse Rita Parisi (°1957). Ze kreeg de prijs voor vlakdruk en andere technieken. De titelloze winnende prent werd uitgevoerd in de gomdruk, een relatief ongebruikelijke fotomechanische druktechniek. Het feit dat de in Stavelot wonende Parisi als enige Belgische een prijs wist weg te kapen, verdient beslist een bijdrage in ons blad.
Rita Parisi studeerde af aan de Academie voor Schone Kunsten van Verviers in 2001, waar ze zich in sculptuur had gespecialiseerd. Nadien volgde ze kunstonderwijs aan de Académie René Defossez, waar ze zich eerst in zilverfotografie verdiepte en later ook in grafiek (hoogdruk). Ze stelt al twintig jaar lang tentoon, vooral in het Waalse gewest, en dan meestal met sculpturen en foto’s, maar de laatste jaren ook met xylografisch werk.
Thematisch denkt ze heel ruim: haar aandacht gaat uit naar het menselijk lichaam, naar het plantaardige leven, naar willekeurige objecten uit haar omgeving, naar de materie op zich, maar toch heeft ze een bijzondere voorkeur voor wat ze ‘de envelop’ noemt. Daarmee verwijst ze naar alles wat bedekt en omhult, zoals de huid, het kledingstuk.
Graphia en het IEC smeden nieuwe banden
Jack van Peer
Het stadsbestuur van Sint-Niklaas, dat op 1 januari 2019 is aangetreden, heeft recent haar planning 2020-2025 laten goedkeuren door de gemeenteraad. Budgettair heeft het bestuur de tering naar de nering moeten zetten en besparingen moeten doorvoeren. Daarvan is in de culturele sector onder meer het Internationale Ex-Libriscentrum het slachtoffer geworden.
Voor onze vereniging is het van groot belang dat de huidige ex-libriscollectie, ook al groeit zij niet meer aan, in geen enkel geval ontwaardt en dat haar huidige internationale uitstraling niet in gevaar komt.
In die geest zal Graphia, complementair aan het museaal beheer, promotie blijven voeren voor het ex libris via publicaties, lezingen en tentoonstellingen.
Verzamelaar Johan HELLEKATE
Jack van Peer
Kennis van het verleden is essentieel om de huidige uitingsvormen te begrijpen.
In ons vorige nummer publiceerden we een verrassend onderhoud met Guy De Witte, die als boekrestaurateur getuigde van een bijzondere invalshoek ten overstaan van het ex libris.
Een gelijkaardige ervaring hebben we opgedaan bij onze noorderbuur Johan Hellekate.
Met deze alsmaar glimlachende en relativerende Gelderlander hebben we tijdens ruilactiviteiten menig diepgaand gesprek gevoerd. Deze minzame verzamelaar is in onze middens een laatbloeier, maar één met een uitgesproken smaak.
Reeds op de lagere school werd Johans belangstelling voor muziek en kunst ontwikkeld. Die ontwikkeling werd verder gezet tijdens de jaren op de middelbare school, toen hij de wereld van het antiquariaat leerde kennen en hij concerten begon bij te wonen.
Na de middelbare school werd hij geselecteerd door het Nederlands Opleidingsinstituut voor het Buitenland, een particuliere onderwijsinstelling geschoeid op Amerikaans model.
Met de glimlach citeert onze gast een zin uit de opleidingsbrochure die hem steeds is bijgebleven en grotendeels ook bepalend is geweest in zijn beroepsleven:
Met de toenemende specialisatie in het moderne bedrijf groeit ook de behoefte aan specialisten, maar in gelijke mate groeit de behoefte aan mensen die door karakter, vorming en opleiding in staat zijn de zo noodzakelijke contacten te leggen, zowel naar buiten als naar binnen.
Daarna ging Johan nog een periode rechten studeren in Leiden, maar de drang om naar het buitenland te vertrekken bleek te groot.
Thematisch vallen de architecturale ontwerpen op, de geometrische motieven en de stadsscenes.Verder heeft hij bijzondere waardering voor Japanse en Thaise grafiek. En uiteraard ook voor het werk van Escher.
Grafica Anna Trojanowska
Karl Vissers
De Poolse Anna Trojanowska werd in 1978 geboren in Wroclaw. Ze promoveerde onlangs aan de Academie voor Schone Kunsten en Vormgeving in haar geboortestad, waar ze tot 2015 had gewerkt als assistente in de Studio voor Lithografie en Grafiekpromotie.
Sedert 2015 leidt ze aan de universiteit haar eigen GUI-studio (GUI staat voor Graphical User Interface). Haar interesses liggen bijgevolg zowel op het gebied van grafiek - voornamelijk marmersteenlithografie - als op dat van animatie en interface design.
Trojanowska werkt als grafica hoofdzakelijk in de steenlithografie. Daarbij maakt ze meestal gebruik van carraramarmer, omdat daarmee mooiere effecten kunnen worden gecreëerd dan met kalksteen.
De meeste van haar werken zijn abstract, ook al begint de wereld die ze tekent in de echte wereld. Vaak vertrekt ze van herkenbare objecten die zich langzamerhand ontwikkelen tot abstracte composities.
Het hoofdonderwerp van haar werk is het effect dat het licht heeft op het afgebeelde object.
De melancholische etsen van Erica Forneris
Jack van Peer
Het is toch verwonderlijk dat er in ons tijdschrift reeds zes fraaie prenten van Erica Forneris in evenveel nummers werden gepubliceerd zonder dat we ook maar één paragraaf hebben besteed aan de ontwerpster. Dat wilden we nu goedmaken.
De Italiaanse grafica werd op 27 april 1972 in Cuneo (Zuid-Piëmonte) geboren.
Op 22-jarige leeftijd studeerde ze af aan de Turijnse Accademia Albertina met een scriptie over de kunst van Mario Calandri (1914-1993), Il tempo e i luoghi della memoria (Tijd en plaatsen van de herinnering). Deze titel vertelt reeds veel over de persoonlijkheid van Forneris.
Ze heeft een veeleer bescheiden, introvert karakter en schuwt de grote drukte en de publiciteit. Het verklaart ook in zekere mate waarom het even duurde alvorens zij haar medewerking aan dit artikel toezegde.
Ondanks haar opvallende populariteit bij Italiaanse verzamelaars en de talrijke succesvolle tentoonstellingen, is er nog weinig geschreven over deze begenadigde kunstenares.
Forneris’ diepdrukwerk openbaart niet alleen een helder concept, een vastberaden hand en een streven naar harmonie, het toont evenzeer haar vaardigheid in enscenering, perspectivische uitbeelding en sfeerschepping.
Ze beschikt over het vakmanschap om in haar etsen een verfijnde gelaagdheid aan te brengen; haar poëtische uitdrukking raakt je telkens weer.
Recente ex librissen
De redactie
In iedere uitgave worden een 10-tal recente ex librissen gepubliceerd die op diverse ruilmomenten werden ontdekt.
Ik zou wel eens willen weten
Erwin Meerkens
Een ex libris in diepdruk uit 2014 van de Tsjechische graficus Karel Demel stelt de beschouwer voor een aantal vragen: wie zijn de man, de vrouw en het kind aan de tafel?
Wijst het kruisje dat de vrouw vraagt op een religieuze interpretatie?
En wat stelt die vreemde figuur voor die een kleinere versie van de man lijkt te zijn?
We legden deze vragen voor aan de titularis, Erwin Meerkens, en ontvingen een verhelderend antwoord.
Jaarlijks abonnement, 4 nummers van Graphia
België: € 50
op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius op naam van:
andere landen: € 60
bij voorkeur in EURO op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius
op naam van:
De volledige artikels kan je lezen in Graphia, tijdschrift voor ex-libriskunst, nummer 67.
Dit prestigieuze tijdschrift in kleurendruk en in A4- formaat is één van de belangrijkste documentatiebronnen over ex-libriskunst in de Nederlandse taal.
Het verschijnt vier keer per jaar. Elke aflevering telt minstens 48 bladzijden en ruim 90 kwaliteitsgetrouwe afbeeldingen.
In de teksten wordt werk van ex-libriskunstenaars voorgesteld, worden trends en activiteiten in de ex-libriswereld besproken en boekmerken inhoudelijk geanalyseerd.
Het blad wil vooruitkijken, maar vergeet niet terug te blikken op historische ontwikkelingen en oude bronnen. Boekmerk wordt eveneens in het buitenland verspreid met samenvattingen in het Duits, Engels, Frans en Italiaans.