# 55 # 56 # 57 # 58 # 59 # 60 # 61 # 62 # 63 # 64 # 65 # 66 # 67 # 68 # 69 # 70 # 2021|1 # 2021|2 # 2021|3 # 2021|4 # 2022|1 # 2022|2 # 2022|3 # 2022|4 # 2023|1 # 2023|2 # 2023|3 # 2023|4 # 2024|1

Juli - Augustus - September 2018

Editoriaal

Het augustusnummer, traditioneel onze kunstenaarsportfolio, biedt een overzicht van de actieve Belgische ex-librisontwerpers die deel uitmaken van Graphia. De belangrijkste voorwaarde voor opname in deze uitgave was dat de graficus in kwestie in de afgelopen paar jaar minstens vijf ex librissen moest hebben ontworpen.

Deze portfolio werd niet alleen aan onze abonnees bezorgd, we boden hem ook aan op het FISAE-congres in Praag), om op die manier onze grafici een extra platform te schenken.

Wat die bijlage betreft: het gaat om een vrij blad van Marnix Everaert, de gereputeerde Belgische graficus die we in Boekmerk 39 (2012) hebben voorgesteld. Hij maakte vier ontwerpen in een oplage van 88 exemplaren. Eén van die prenten wordt als bijlage bij dit nummer aan ieder Graphia-lid aangeboden.

De reden waarom de kunstenaar niet in deze portfolio is opgenomen, ligt voor de hand: hij heeft, althans de laatste jaren, geen ex librissen gemaakt.

De prent heeft Everaerts typische stijl en thematiek. We citeren even uit de tekst die Martin R. Baeyens destijds schreef: ‘Everaerts grafisch werk is overweldigend. Het opent een nieuwe wereld van onderbewuste botanische sferen. Eenvoudige plantenonderdelen worden monumentale, haast architectonische elementen waar een hemelse magie rond zweeft.’

Martin R. Baeyens

Martin R. Baeyens (°1943) is schilder, graficus en designer. Hij heeft ruim honderd solotentoonstellingen op zijn naam en werd al meer dan 150 keer onderscheiden in internationale wedstrijden.

Veertig jaar lang was hij docent aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent.

Als gastdocent was hij actief in het Frans Masereel Centrum, de Texas Tech University en verscheidene andere universiteiten in China, Turkije en Cyprus.

Baeyens heeft twee favoriete technieken: zeefdruk en CGD. In vele van zijn werken worden beide technieken gecombineerd.De natuur is zijn centrale thema. In zijn werk zoekt hij naar een evenwicht tussen technologie en natuur, en hij maakt daarbij wel eens gebruik van elektronische printplaten.

Op het gebied van het ex libris neemt hij een bijzondere plaats in. Wereldwijd geldt hij als toonaangevend op het vlak van het computerex-libris. Zijn opuslijst telt meer dan 800 exemplaren.

Willy Braspennincx

Willy Braspennincx (°1947) is in de loop van dit jaar overleden. Deze bijdrage geldt als een eerbetoon aan zijn werk. Na een opleiding aan de afdeling sierkunsten en ambachten van het Technicum in Antwerpen (waar Frank-Ivo van Damme en Antoon Vermeylen doceerden), studeerde hij twee jaar fotografie.

Vervolgens bekwaamde hij zich in het offsetdrukken en specialiseerde hij zich in grafiek aan de Gemeentelijke Academie voor Plastische Kunsten in Merksem.

Zijn begeleiders waren weer Frank-Ivo van Damme en Antoon Vermeylen, bijgestaan door Monique Schotte.

Van 1969 tot 1982 realiseerde hij enkel vrij werk in tekening of aquarel, maar daarna schakelde hij geleidelijk over op de linosnede en de zeefdruk.

Sedert 2015 werkte hij om gezondheidsredenen enkel in CGD.De onderwerpen van zijn werk zijn zeer gevarieerd. Het vrouwelijk naakt is er één van, maar ook mythologische voorstellingen duiken vaak op.

Willy heeft vanaf 1982 ex librissen gemaakt. Omdat de kracht van kleuren hem altijd heeft aangesproken, voert hij zijn boekmerken hoofdzakelijk in de meerkleurige zeefdruk uit. Vanaf 1994 verschijnen er ook digitale creaties.

Naast een groot aantal kinderex-librissen treffen we ook talrijke portretboekmerken aan. Dan gaat het om afbeeldingen van de titularissen of van iconen uit de muziek, literatuur en beeldhouwkunst.

Sonja Brys

Sonja Brys (°1949) volgde aan de academie van Sint-Niklaas een opleiding vrije grafiek onder leiding van Wim Van Remortel en André Roelant.

In 1992 startte ze in Sint-Niklaas haar eigen atelier met een lithopers, een Artley etspers, een Krause goudopdrukpers uit 1911 en een Lejeune ijzeren handdrukpers uit 1861.

Ze neemt regelmatig deel aan grafiekwedstrijden in binnen- en buitenland. Bij de Sint-Niklase ex-librisbiënnale van 1995 kreeg ze de prijs van Vlaamse Gemeenschap en bij de biënnale van 2017 de prijs Marie-Rose Theunis (afb. 4).Momenteel experimenteert ze met het maken en bedrukken van handgeschept papier.

Geïnspireerd door de grafieklessen van André Roelant maakte ze haar eerst werken in ets, houtsnede en linosnede, en kreeg ze belangstelling voor het ex libris. Haar passie voor de steendruk werd ingegeven door Wim Van Remortel. Sonja werkt nu in alle grafische technieken, uitgezonderd zeefdruk en computergrafiek.

Haar inspiratie vindt ze vooral in de natuur en de literatuur

Al vanaf het begin van haar grafische carrière maakt Brys ex librissen, vooral in lino en lithografie. Haar werk is vaak erg kleurrijk, met thema’s die door de eigenheid van de titularissen zijn geïnspireerd.

Christine Deboosere

Christine Deboosere (°1954) is fotograaf en beeldend kunstenaar. Als artistiek professor doceert ze reeds meer dan dertig jaar aan de School of Arts University in Gent.

Op grafisch vlak, en dan specifiek op het vlak van het ex libris, werd ze vele malen genomineerd in België en in het buitenland, bijvoorbeeld in China, Turkije, Noord-Cyprus, Polen, Bulgarije, Litouwen, Wit-Rusland, Finland, Servië, Spanje, Nederland en Frankrijk.

Daarnaast wordt ze regelmatig uitgenodigd om te doceren aan diverse buitenlandse universiteiten. Als beeldend kunstenaar realiseerde ze een aantal kunstintegratieprojecten in officiële gebouwen.

Deboosere schildert fotografische beelden, waarin een zekere transparantie ontstaat door middel van een subtiel kleurenpalet dat de beelden dromerig en mysterieus maakt.

Ze neemt de kijker mee op reis om samen op zoek te gaan naar de ultieme grens waar fotografie en schilderkunst elkaar raken. Ze werkt voornamelijk in CGD.

De eigenzinnige ex librissen van Christine Deboosere getuigen van vakmanschap en fotografische kennis. In een zeer persoonlijke stijl ontwikkelt ze haar originele en gevoelige CGD-oeuvre.

Lea Goovaerts

Lea Goovaerts (°1932) studeerde sierkunsten aan het Heilig Graf Instituut in Turnhout. Ze haalde een getuigschrift grafische vormgeving aan het Technisch Instituut Sint-Maria in Antwerpen.

Individuele tentoonstellingen werden georganiseerd in Mortsel, Edegem, Heist-op-den-Berg, Antwerpen, Deurne, Lier en Gent. Als lid van Kunstkring Sirkel nam ze deel aan talrijke groepstentoonstellingen.

Haar werk is in het bezit van de gemeente Mortsel en maakt deel uit van privéverzamelingen in binnen- en buitenland.

Lea Goovaerts maakt etsen, kopergravures en tekeningen. Haar onderwerpen haalt ze uit haar eigen leefwereld en zijn vaak geïnspireerd door haar vier kinderen, tien kleinkinderen en vier achterkleinkinderen.

Ook de natuur inspireert haar, zoals die van de Ardennen, waar ze veel verbleef. Verder vormen gedichten regelmatig de aanleiding van een prent.

Haar ex librissen zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in kopergravure of ets (eventueel aangevuld met aquatint). Vaak gebruikt ze een combinatie van twee of meer kleuren, soms worden de bladen met de hand ingekleurd.

Ook haar ex librissen getuigen van haar voorkeur voor thema’s uit de natuur, de cultuur en de kinderwereld. Regelmatig verschijnen er portretex-librissen van haar hand.

Léon Leenders

Léon Leenders (°1948) volgde een artistiek traject in verschillende teken- en schilderacademies in Antwerpen nadat hij een universitaire opleiding als criminoloog en de officiersopleiding bij de Rijkswacht had voltooid.

Vanaf 1984 exposeert hij in groeps- en vooral individuele tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Hij verzorgt workshops in experimenteel aquarelleren en tekenen naar levend model, bijvoorbeeld in het kunstencentrum Atelier Blauwhof te Kessel. In 1995 richtte hij samen met twee vrienden de kunststichting vzw Arte Falco op, een centrum voor diverse vormen van artistieke beleving en voor tentoonstellingen.

Tekenen vormt de ruggengraat van Leenders’ artistieke doen en laten. De tekeningen dienden aanvankelijk vooral als basis voor olieverfschilderijen, maar de kunstenaar exploreert ook de mogelijkheden van de aquarelleerkunst, een techniek die zich bijzonder leent tot zijn favoriete onderwerp, het vrouwelijke naakt, een thema dat ook opduikt in de latere acrylschilderijen, in de papier/acrylcollages en in de grotere collages met lingerie en papier op canvas.

Tentoonstellingen onder de naam Wein, Weib und Gesang, Onderhuids, Bovenhuids en Ver(r)assen schetsen een beeld van Leenders’ artistieke universum. Via fotopolymeerdiepdruk en gicleedruk verruimt hij zijn artistieke beleving.

Jack van Peer, ex-collega en vriend, wees hem herhaaldelijk op de boeiende wereld van het ex libris, en Leenders raakte vlug voor deze vorm van kleingrafiek gewonnen. Stilistisch gaat hij als volgt te werk: hij fotografeert vroeger werk en bewerkt dat met digitale technieken.

Daarna vermengt hij het beeld met ander eigen werk en creëert daardoor een – voor de titularis van het ex libris bestemd – origineel ontwerp. Op dit ogenblik beperkt zijn oeuvre zich nog tot deze digitale techniek, maar hij is volop bezig om via de diepdruk (fotopolymeer) zijn ex-libriswaaier te verbreden.

Mady Maeriën

Mady Maeriën (°1969) volgde in haar kindertijd tekenacademie. Later studeerde ze Secretariaat-Talen en werkte ze als milieucoördinator in een bedrijf.

Mady hervatte de kunstacademie in de disciplines tekenen, schilderen en grafiek. Van kunstenaar Marinus van Nistelrooy kreeg ze privélessen portrettekenen.

Sinds 2008 is ze fulltime bezig met kunst. In 2014 en 2016 ontving ze respectievelijk een Zilveren en Gouden Kruis in de Orde van de Nederlanden y la Hispanidad voor haar inzet voor de kunst. Sedert 2015 exposeert ze in groepstentoonstellingen in Duitsland.

Etsen en houtsneden in zwarte inkt, eventueel gecombineerd met collage en fotografie, zijn haar meest geliefde technieken.

Ook maakt ze gebruik van de suikeraquatint en (sporadisch) van kleurendruk. Ze beperkt zich niet tot een specifiek thema, hoewel dieren en portretten regelmatig opduiken in haar oeuvre.

De meeste creaties vinden hun oorsprong in droedels die ze verder uitwerkt tot meestal symmetrische composities die ook een toets asymmetrie vertonen.

Haar ex librissen worden veelal in diepdruk of hoogdruk uitgevoerd en zijn meestal monochroom. Omdat een ex libris persoonlijk is, kunnen allerlei thema’s de revue passeren.

Guido Mariman

Van 1962 tot 1972 studeerde Guido Mariman (°1948) schilderen en grafiek aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en aan het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen.

Van 1971 tot 2013 was hij leraar grafiek aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Sint-Niklaas en aan de Academie Noord te Brasschaat.

Hij werkt als graficus-schilder. Voor diverse officiële instellingen verlucht hij de Gulden Boeken (illustraties in waterverftechniek).

Werken van zijn hand zijn in het bezit van Belgische Staat, van de Bibliotheek Albert I en van het Prentenkabinet van Antwerpen. Herhaaldelijk nam hij deel aan groepstentoonstellingen voor grafiek in binnen-en buitenland, waaronder in Menton en Urawa (Japan).

Mariman beoefent zowel de houtgravure als de burijngravure, de ets en de lithografie. De laatste jaren combineert hij in zijn vrij werk verschillende grafische disciplines met schildertechnieken in waterverf, aangevuld met diverse structuren en materialen, waardoor er assemblages ontstaan die het gekozen thema uitwerken.

Allerlei voorwerpen zoals kleine doosjes, stukjes hout of metaal, toevallig gevonden organisch materiaal of objecten die specifieke herinneringen oproepen, maken deel uit van de compositie. De emotionele en communicatieve mens is zijn belangrijkste thema.

Voor een boekmerk wendt Mariman zich tot de graveertechniek, zowel in hout als in koper. In de kopergravure ondersteunt de aquatinttechniek vaak de kleuren, die meestal bestaan uit roodbruine, bruine en blauwe tinten.

De kleuren worden samen op de plaat aangebracht, waardoor het beeld in één druk verkregen wordt. Thematisch vertonen Marimans ex librissen een grote verscheidenheid.

Hedwig Pauwels

Hedwig Pauwels (°1934) werd in Sint-Niklaas geboren, maar woont al ruim een halve eeuw in Hasselt. Hij studeerde lijntekenen en bouwkunde aan de Academie van Schone Kunsten van Sint-Niklaas en bekwaamde zich in de sierkunsten aan het Sint-Lucas te Gent.

Tegelijkertijd volgde hij een avondopleiding binnenhuisarchitectuur en publiciteit. In de jaren zeventig leerde hij in Idar-Oberstein (Duitsland) de kunst van het edelsmeden.

Pauwels heeft zich altijd bijzonder veelzijdig getoond: hij maakte muurschilderingen, decoratieve panelen, wandtapijten, vloermozaïeken, glasramen, meubeldecoraties, juwelen en sierobjecten.

Toch lag (tot zijn pensionering) zijn hoofdactiviteit in het onderwijs: hij werkte als docent vrije grafiek aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Kunstonderwijs in Hasselt, maar gaf ook les aan de academies van Hasselt en Heusden-Zolder.

Als graficus heeft hij honderden prenten ontworpen, zowel in diepdruk, vlakdruk als hoogdruk. Zijn oeuvre getuigt van speelse fantasie, levensoptimisme en zin voor humor.

Het vrouwelijke naakt is een belangrijk motief in zijn werk, net als de literatuur, mythologie, kunst, muziek en natuur.

Recente voorbeelden van zijn vrije werk zijn de jaarlijkse ontwerpen in kleurenlithografie voor het Nederlands Steendrukmuseum van Valkenswaard, maar zijn (grafische) aandacht gaat hoofdzakelijk uit naar het kleine formaat, en dan vooral het ex libris.

De meeste van zijn ex-librisontwerpen zijn een combinatie van ets en aquatint, maar hij heeft bladen ontworpen in zeefdruk, lithografie en houtdruk.

Omdat vlug bleek dat hij als portrettist bijzonder hoge toppen scheert, kreeg hij van verzamelaars steeds vaker de vraag om een portretex-libris te maken, maar eigenlijk gaat zijn voorkeur uit naar minder gebonden werk. Als ex-librisontwerper geniet Hedwig Pauwels wereldwijd een grote faam.

Veerle Rooms

Veerle Rooms (°1947) studeerde grafische kunsten aan het Nationaal Hoger Instituut te Antwerpen. Gedurende 35 jaar was zij docente in het Hoger Kunstonderwijs en manifesteerde ze zich tegelijkertijd als een van de belangrijkste kunstenaars in haar discipline.

Zij gaf gastcolleges aan befaamde buitenlandse universiteiten. Haar CV vermeldt tal van nationale en internationale onderscheidingen.

Met opgemerkte tentoonstellingen en de realisatie van een reeks kostbare portfolio's in samenwerking met collega-kunstenaars en gelijkgezinde auteurs, bracht (en brengt) zij artistieke interactie tot stand over de landsgrenzen heen.

Met voortdurend onderzoek en experiment blijft Veerle naar vernieuwing streven, zowel technisch, compositorisch als inhoudelijk.

Zij behoudt de klassieke technieken als basis, maar combineert deze in haar werk met de steeds evoluerende digitale mogelijkheden.

Ze blijft ook dan veeleisend, zowel voor zichzelf als voor de materie. Eerder heeft zij zowat alle grafische mogelijkheden uitgeput om haar verhaal te vertellen. Vooral voor grote formaten bracht het digitaal tijdperk nieuwe creatieve mogelijkheden.

Het voor haar werk zo typische kleurgebruik blijft aanwezig door de toevoeging van chine collé. Hierdoor ontstaat een nieuwe beeldvorming die toch aansluit bij haar vroegere realisaties.

Haar interesse voor prehistorische culturen blijft een constante in haar ontwerpen, zoals blijkt uit het recente project Mythen en Tekens.

Hoewel het ex libris slechts sporadisch voorkomt in haar werk, zijn de verwezenlijkte exemplaren bijzondere ervaringen geworden. Enkele zelfportretten en opdrachten voor goede vrienden, zoals de betreurde grafiekliefhebber en mecenas Aloys Vertongen, blijven daarvan het bewijs.

Het ex libris vraagt concentratie en vooral motivatie om aan de slag te gaan met het gelimiteerde kleine formaat en met de door derden opgelegde thematiek. Het boekmerk is voor Veerle een heel aparte kamer in het ruime huis van de grafische kunsten, maar het is een kamer waarvoor ze een grote bewondering heeft.

Frank-Ivo van Damme

Frank-Ivo (°1932) studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen onder leiding van Gustaaf C. De Bruyne en René De Coninck.

In 1962 was hij laureaat van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen, met promotoren Jos Hendrickx en Mark F. Severin, in 1971 studeerde hij af aan het Plantin Instituut voor Typografie. In 1957 en 1965 kreeg hij de Prijs Baron de Brouwer voor hoogdrukgravure.

Hij is stichtend lid van Graphia vzw en medestichter van het Internationaal Exlibriscentrum van Sint-Niklaas.

Verder was hij uitgever van het jongerentijdschrift Pijpkruid en stichter van de Vrije Vespertekenschool Merksem, die later uitgroeide tot de Stedelijke Academie Antwerpen, district Merksem.

In 1992 werd hij eredirecteur van deze instelling. Hij nam deel aan talloze tentoonstellingen in binnen- en buitenland.

Over zijn werk zijn talloze publicaties verschenen.

Samen met letterkundige en kalligraaf Joke van den Brandt heeft hij artistiek begaafde kinderen (5) en kleinkinderen (15).

Frank-Ivo wordt wereldwijd gewaardeerd voor zijn grafisch werk in hout- en diepdruk. Hij heeft eveneens naam gemaakt als portrettekenaar en boekillustrator.

Zwierige soepelheid, lyrische kracht, goedmoedige humor en optimistische levenslust zijn de termen waarmee zijn gevarieerde werk beschreven wordt. Wereldliteratuur, mythologie en erotiek zijn vaak weerkerende thema’s.

Van Damme is een monument in de Belgische ex-librisgeschiedenis. Hij maakt al sedert 1954 ex librissen en zijn oeuvre omvat meer dan 850 exemplaren, hoofdzakelijk in houtsnede of in kopergravure.

Zijn handelsmerk is de sensuele, levenskrachtige vrouw, maar hij kan de meest uiteenlopende opdrachten aan, waarbij hij zich telkens verdiept in de eigenheid van de titularis.

De meeste creaties vinden hun oorsprong in droedels die ze verder uitwerkt tot meestal symmetrische composities die ook een toets asymmetrie vertonen.

Technisch is hij een virtuoos, inhoudelijk is hij een voortdurende bron van humor, verbeelding en inlevingsvermogen. Zijn erotische ex librissen zijn bijzonder gegeerd.

Luc Van Quickenborne

Luc Van Quickenborne (°1956) heeft een fotografische achtergrond, maar is al vijftien jaar intens bezig met grafiek. Zijn werk wordt gekenmerkt door diversiteit. Gedreven vanuit levenservaringen creëert hij subtiel gelaagde werken.

Hij is medeoprichter en atelierverantwoordelijke van het grafisch atelier Inktopus in Gent. Onder andere via workshops geeft hij zijn kennis door.

Door de expertise die hij heeft opgebouwd in vele (non-toxische) grafiektechnieken, heeft Van Quickenborne een arsenaal aan mogelijkheden om beelden te creëren. Door hierin de juiste keuzes te maken kan hij het resultaat dat hij voor ogen heeft, zo dicht mogelijk benaderen.

Hij heeft geen specifieke voorkeur voor thema's, elk onderwerp heeft zijn uitdagingen. Hij laat het thema en de wensen van de opdrachtgever de techniek bepalen.

De bijgevoegde afbeeldingen geven een beeld van de inhoudelijke reikwijdte van de graficus. De tweekleurige ets, gemaakt voor Erwin Meerkens (afb. 1) heeft als thema ‘de verkoopster van religies’. Jan Wens wilde een erotisch ex libris (afb. 2). Deze prent is een kopergravure en aquatint. De twee overige ex librissen (afb. 3 en 4) zijn gemaakt voor familieleden.

De thema’s zijn film en literatuur, de techniek ingekleurde ets met reliëfdruk.

Chris Verheyen

Chris Verheyen (1955) studeerde aan de Rijksnormaalschool van Gent onder leiding van Octaaf Landuyt, aan de Koninklijke Academie van Gent onder leiding van Roger Wittewrongel, en aan de Kunsthogeschool van Bratislava (Slovakije) onder leiding van Albin Brunovsky. Sedert 1980 doet ze stages (of is ze aanwezig bij symposia) in West-Europa, Tsjechië en Slovakije, Japan en de Verenigde Staten.

In 1991 richtte ze in Antwerpen de grafiekgalerie Epreuve d’Artiste op, waar ze ondertussen al ruim tweehonderd tentoonstellingen organiseerde. Verder gaf ze een aantal grafiekportfolio’s uit, onder andere Grafiek over de grens (1997), Schelmen (2007) en Wondering Mind 60 x 60 (2015).

In Chris’ grafische werk staat de mens centraal. Ze concentreert zich op het ruime scala van de menselijke emoties. Grafiektechnisch gaat haar voorkeur uit naar de lithografie en de ets (eventueel in combinatie met droge naald en mezzotint).

Voor haar zijn gezonde technieken van groot belang, zoals blijkt uit haar lessen ecologisch etsen.

Chris begon in de jaren negentig met het ontwerpen van ex librissen. Het boeiende aan een boekmerk is voor haar de samenwerking met de opdrachtgever.

Voor het wedstrijdthema ‘Mercator’ (IEC 1992) gaf Eric Spies haar de opdracht om een ex libris te maken met als thema ‘de reizen van de menselijke geest’. Het was meteen het startschot voor boekmerken over ‘de reizen van het gevoel’ en ‘de reizen van het lichaam’.

Een andere opdrachtgever, Lode Deurinck, liet haar kennis maken met het immer eigentijdse verhaal van Reinaert de vos, dat ze in lithografie interpreteerde.

Haar ex librissen worden veelal in diepdruk of hoogdruk uitgevoerd en zijn meestal monochroom. Omdat een ex libris persoonlijk is, kunnen allerlei thema’s de revue passeren.

Heel recent maakte ze speelse bladen voor haar zus Lucienne en haar schoonbroer Georges Claes, en liet ze zich verleiden tot het ontwerpen van kinderex-librissen. Ze laat daarin graag een plaatsje leeg, zodat de jonge eigenaar voor een bijdrage kan zorgen, bijvoorbeeld door een regenboog of een naam in te kleuren.

Jaarlijks abonnement, 4 nummers van Graphia

België: € 50

op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius op naam van:

Graphia vzw.
Bruin de Beerlaan 23
9111 Belsele
België

andere landen: € 60

bij voorkeur in EURO op rekening
IBAN BE92 0689 4147 1923 Belfius
op naam van:

Graphia vzw.
Bruin de Beerlaan 23
9111 Belsele
België

De volledige artikels kan je lezen in Graphia, tijdschrift voor ex-libriskunst, nummer 61.

Dit prestigieuze tijdschrift in kleurendruk en in A4- formaat is één van de belangrijkste documentatiebronnen over ex-libriskunst in de Nederlandse taal.

Het verschijnt vier keer per jaar. Elke aflevering telt minstens 48 bladzijden en ruim 90 kwaliteitsgetrouwe afbeeldingen.

In de teksten wordt werk van ex-libriskunstenaars voorgesteld, worden trends en activiteiten in de ex-libriswereld besproken en boekmerken inhoudelijk geanalyseerd.

Het blad wil vooruitkijken, maar vergeet niet terug te blikken op historische ontwikkelingen en oude bronnen. Boekmerk wordt eveneens in het buitenland verspreid met samenvattingen in het Duits, Engels, Frans en Italiaans.